woensdag 16 februari 2011

Gottfried August Bürger: Gedichten over Kritiek

De Duitse dichter Gottfried August Bürger (1747-1794)  is voor de meeste Nederlanders geen begrip, en als ze hem al kennen, dan is het vanwege zijn boek Baron von Münchhausen uit 1786. Van de vele gedichten die hij publiceerde en die voor een groot deel in één band zijn uitgekomen in 1789, citeren we hier één, die met Kritiek te maken heeft. Zoals vele auteurs, die zelf bij tijd en wijle, hebben niet weinig van hen een op enigerlei wijze — en dat niet alleen n negatieve zin — gespannen relatie onderhouden met  het fenomeen kritiek, ook al hebben ze zelf flink wel eens uitgepakt als het ging om het publiek maken van hun mening. Bürger heeft aan het verschijnsel korte gedichten gewijd, waarvan we hier, in het juiste kader, er tweeaan u voorstellen.
Voor meer gedichten van deze schrijver kunt u terecht op onze zustersite Tempel der Dichtkunst in een bijdrage van 16 februari 2011.

Gottfried August Bürger.Naar de ets uit 1789 van
Ernst Ludwig Riepenhausen (1765-1840).

Kritik betreffend

Verdammt er mein Gedicht mit Recht,
So hilft wahrhaftig kein Vertreten;
Doch urteilt Meister Krittler schlecht,
So ist's wahrhaftig nicht von nöten;
Drum würd ich nie, schlecht oder recht,
Eins vor dem Kritiker vertreten.


An einen Sittenkrittler

Kein Herz gibt dir mehr Stoff zum Sprechen,
Keins zu Kritiken mehr, als meins.
Gern wollt' ich mich an deinen rächen,
O Krittler, hättest du nur eins.

Uit:
Die Ausgabe der Gedichte von 1789.