maandag 9 mei 2011

Petrus Augustus de Génestet: Ketterij

KETTERIJ

De ketterij, die, zegt men, st─nkt ─
Een woord dat niet welluidend klinkt ! ─
                  Doch ik voor mij,
                  Houd ketterij
Juist voor het zout der maatschappij,

Die, zonder haar, lang waar' ten roof
Van Heerschzucht, Domheid, Bijgeloof.
Slechts, waar ze onzeedlijk wordt, daar is
Ze mij een st─nkende Ergernis !

P.A. de Génestet (1829-1861):

Uit De Dichtwerken (2de druk 1871): Leekedichtjes LIII.

Voor een langer gedicht van dezelfde auteur, met de titel De Humorist, kunt u terecht op onze zustersite Tempel der Dichtkunst.
Een kort gedicht met de titel Humor, van dezelfde poëet is te vinden in een artikel, over het Nederlands als bindmiddel ter communicatie, op de Wijkwebsite van De Paddepoel in Groningen, gepubliceerd op 8 mei.